liggend op mijn buik,
naar beneden,
naar jouw wortels.
Je liet me zien
hoe diep ze gaan,
hoe glad ze zijn
om alles te
laten afglijden
naar het water.
Een waterdichte
laag
beschermt hen
tegen
vertering en verrotting.
Daarna jouw stam,
hard en zacht tegelijk,
als een moeder die
rechtvaardig haar kinderen
terechtwijst
als nodig,
maar evenzo
hen omarmt en liefheeft.
Grillig en zich
niet bekommerend
om uiterlijk vertoon.
Ik ben.
Ik ben Wilg.
Een gastvrouw voor allen
die rust zoeken of
wortelen op mijn takken.
Kom maar, er is
ruimte genoeg.
Liggend op mijn rug
keek ik naar jouw kruin,
je bladeren,
dansend in de wind
zoals wayangpoppen
bewegend op het ritme
waarop de Dalang hen
laat dansen
en spreken.
Water voelde ik
in jouw bladeren,
als ranke waterplanten
langs de oever.
Wilg,
jij gaf mij
jouw schors
als medicijn.
Jij kwam tot mij
in het Oosten
vanuit het Water.
Wilg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten