woensdag 7 mei 2008

Lied van de bloem


Een vriendelijk woord ben ik
Uitgesproken en herhaald
Door de stem van de natuur
Ik ben een ster gevallen uit de
Blauwe tent op het groene tapijt
Ik ben een dochter van de elementen
Aan wie de lente leven gaf. Ik zat
Op schoot bij de zomer
En sliep in het bed van de herfst.


In de ochtendnevel smolt ik samen
Met de ochtendbries
Om de komst van het licht aan te kondigen
In de avond voegde ik me bij de vogels
Om het licht vaarwel te zeggen.

De vlakten zijn versierd met
Prachtige kleuren en de lucht
Is vervuld van mijn geuren.


Als ik de slaap omarm waken de ogen
Van de nacht over me en als ik
Ontwaak staar ik naar de zon, die
Het enige oog van de dag is.


Ik drink dauw als wijn en luister naar
De stemmen van de vogels en dans
Op het ritmische golven van het gras.


Ik ben een liefdesgeschenk; ik ben het bruidsboeket;
Ik ben een herinnering aan een geluksmoment;
Ik ben de laatste gave van de levenden aan de doden;
Een deel van de vreugde en een deel van het verdriet.


Maar ik kijk omhoog om alleen het licht te zien,
Nooit kijk ik naar mijn eigen schaduw.
Dat is de wijsheid die de mens van mij kan leren.


Kahlil Gibran, uit De Dromer
(vertaald uit het Engels door Karl van Klaveren)

Geen opmerkingen: